

Woensdagrondje...
Woensdag half acht ‘s morgens, op de groepsapp “Fietsrondje” verschijnt het eerste berichtje. Wat doen we? Het lijkt droog te blijven. Wie gaat er mee? Vertrek half 10 op de Leur, vaste locatie. Voorstel: rondje Willemstad.
Half 10 er komen vier racefietsers een voor een piepend tot stilstand op de afgesproken locatie.
Mannen tussen de 70 en 76 jaar. Eerst worden de klachten besproken. Last van de knie, verkoudheid, slecht geslapen. Ook een kreet die je in de Tour vaak hoort dat er iemand de benen niet heeft. Kortom, zoals elke week hebben we de smoesjes ingeleverd als excuus mocht het vandaag niet zo lukken met de snelheid.
Vervolgens de discussie over de richting. Waar de een het niets uitmaakt, vreest de ander de forse tegenwind op de dijk tussen Klundert en Willemstad. Een ander wil beslist niet dwars door Oudenbosch rijden, dat haalt de snelheid uit het gemiddelde.
Omdat we eigenlijk altijd via een vaste route rijden, kunnen deze problemen worden weggewimpeld.
We vertrekken, we hebben wind tegen en dat is mooi want dan komen we met wind mee terug, dat helpt om bij de laatste kilometers de vermoeidheid de baas te blijven.
De sterkste rijder wordt naar voren gedirigeerd, de rest sluit er achter aan en blijft op die manier een beetje uit de wind.
Op mijn racefiets heb ik een klein spiegeltje gemonteerd. Uiteraard levert dat, en terecht, een hoop hilariteit op. Een bel, oké, maar een spiegeltje…..
Ik ben er blij mee, zie alle verkeer van achteren aankomen. Een veilig idee.
Het spiegeltje helpt me ook wanneer ik op kop rij. Ik wil nog wel eens overdrijven met de snelheid. Ik hou de vuistregel aan, zolang ik ze achter mij nog hoor praten dan rij ik niet te snel. Kennelijk hebben ze dan nog voldoende adem om me bij te houden.
Een blik in mijn spiegeltje leert hoe ver ik vooruit ben op de rest, zodra het achter me stil wordt.
Onderweg wordt er wat gemopperd, het gaat te snel of het gaat te langzaam. Had ik het niet gezegd dat we hier wind tegen hebben.
We komen van rechts, maar krijgen geen voorrang van een automobilist. Jammer.
We moeten in de remmen omdat iemand een uitrit verlaat. Het gaat goed, maar de bestuurder krijgt wel de nodige verwensingen. Het blijft opletten.
Op een fietspad halen we een genietend stel op de e-bike. Netjes bellen, geen reactie, nog eens bellen, we rijden er vlak achter. De man voor ons krijgt ons in zijn spiegel in de gaten en we krijgen vrij baan. Netjes bedanken we. De eerste die passeert geeft aan dat er nog drie volgen en de laatste geeft aan dat er voorlopig niemand meer komt.
Een stuk verder op een fietspad krijgen we veel last van wortelopdruk, flinke hobbels. Gevaarlijk! Koenraads, jij doet toch iets met de Fietsersbond, zou je eens niet regelen dat hier wat aan wordt gedaan.
Als we terug zijn ontstaat bij de koffie een discussie over het gevaar van het tweerichtingen fietspad op de rotonde aan de Plantijnlaan in Etten-Leur. We komen niet tot een betere oplossing, maar we herinneren ons wel het noodlottig ongeval waarbij een fietsster door een vrachtwagen over het hoofd is gezien. De vrachtwagen stopte voor een fietser van rechts, de fietsster van links dacht waarschijnlijk dat de vrachtwagen ook voor haar was gestopt en reed voor de vrachtwagen langs. Conclusie, vertrouw nooit op een vrachtwagenchauffeur, beter op ruime afstand wachten totdat deze de rotonde heeft verlaten. Of je vergewissen dat de chauffeur je gezien heeft.
Op zo’n woensdagochtend op de racefiets komen we veel verkeersituaties tegen waarover we aan de koffie na afloop zoeken naar verbeteringen. Het levert mij weer inzichten op waarmee ik vanuit de Fietsersbond weer mee aan de slag kan.